138 colleges zonder verlies wethouders aan de eindstreep

Vier op de tien wethouders die in 2014 begonnen aan het wethouderschap zijn tijdelijk of definitief voortijdig gestopt. De helft van deze vroegtijdige afgehaakte wethouders kwam ten val door een politieke vertrouwensbreuk. Noord-Holland was voor wethouders in de periode 2014-2018 de meest instabiele en onrustigste provincie. Een stabiele periode was het voor 138 colleges van Burgemeester en Wethouders die zonder verlies van wethouders de eindstreep haalden.

Dit blijkt uit het onderzoek van De Collegetafel naar het ten val komen van wethouders in de raads- en collegeperiode 2014-2018.

De belangrijkste reden voor een vertrouwensbreuk waren verstoorde verhoudingen die zich uitte in de vorm van een coalitiebreuk: 158 keer. Andere redenen voor een politieke vertrouwensbreuk en een afgedwongen vertrek van de wethouder komen veel minder vaak voor: falende bestuursstijl (24 keer), integriteitskwestie (25 keer), tijdige informatievoorziening (15 keer), gebrekkige projectuitvoering (14 keer) en een breuk met overige collegeleden (13 keer).

Coalitiebreuken doen zich zowel voor in een versplinterde gemeenteraad als in een gemeenteraad die kleiner is geworden. Van de 84 gemeenten die in de afgelopen periode te maken hadden met een coalitiebreuk had een derde deel (29 gemeenten) een versplinterde gemeenteraad, die dus na de verkiezingen van 2014 was uitgebreid met 1, 2 of 3 partijen. Coalitiebreuken en daarmee tijdelijke onbestuurbaarheid kwamen in de afgelopen vier jaar opvallend genoeg zelfs iets vaker bij gemeenteraden die juist minder partijen zijn gaan tellen na de raadsverkiezingen van 2014.

Voor alle hoofdpunten over het (gedwongen) en vroegtijdig vertrek van wethouders in de afgelopen raads- en collegeperiode zie:

Rapportage “Wethouders in collegeperiode 2014-2018, onderzoek De Collegetafel”