Analyse 2018-2022: Meer dan helft tussentijds weg

    In de collegeperiode 2018-2022 is meer dan de helft van de wethouders tussentijds tijdelijk of definitief van zijn plek gegaan. Daarmee vestigt deze collegeperiode een nieuw record: het is voor het eerst dat meer dan de helft van de wethouders tussentijds afhaken. 

    Dit blijkt uit de analyse van De Collegetafel op de Wethoudersonderzoeken in de collegeperiode 2018-2022. 

    Het aantal tussentijds vertrokken en afgetreden wethouders heeft in de collegeperiode voor het eerst de grens van vijftig procent doorbroken. Voor de periode 2018-2022 is 55,12 procent van de wethouders tussentijds vertrokken en/of afgetreden. In absolute cijfers gaat het om 812 wethouders, bij een start van 1473 wethouders na de collegevorming van 2018. 

    Politieke valpartijen 

    Het aantal wethouders dat te maken heeft gekregen in de collegeperiode 2018-2022 met een tijdelijke of definitieve vertrouwensbreuk is uitgekomen op 320 wethouders. 

    Verhoudingsgewijs komt dat uit op 21,72 procent. In voorgaande collegeperioden kwam dit cijfer ook uit op 21 procent, behalve in de eerste duale periode (2002-2006) toen dat cijfer 23 procent was. De belangrijkste oorzaak waren valpartijen als gevolg van een breuk in de coalitie of verstoorde verhoudingen (meer dan de helft van de gevallen). Het persoonlijk optreden en functioneren van de individuele wethouder is minder vaak een valfactor geweest voor een politieke vertrouwensbreuk dan in het verleden. 

    Andere werkkring 

    Het hoge aantal tussentijds vertrokken wethouders wordt vooral veroorzaakt door een drietal factoren: er kozen nog nooit zoveel wethouders tussentijds voor een andere werkkring: burgemeester (44 keer, evenveel als in 2002-2006, een andere politieke werkkring (38 keer, zoals Kamerlid en gedeputeerde) en een andere zakelijke werkkring (52 keer). De conclusie die mag worden getrokken: wethouders wachten niet meer tot het einde van de collegeperiode om een volgende stap te maken in hun loopbaan. Ook vertrokken er een recordaantal wethouders tussentijds om persoonlijk redenen (68) en om gezondheidsredenen (88). Vooral dat hoge aantal wethouders dat om gezondheidsredenen vertrekt – een ruime verdubbeling (!) ten opzichte van de twee vorige collegeperioden – is in de periode 2018-2022 fors gestegen. Dat lijkt vooral te maken te hebben met de zware werkbelasting, onder meer veroorzaakt door de stevige bejegening (intimidatie, agressie) waarmee wethouders in hun ambt te maken hebben.

    Politieke kleur 

    In absolute zin waren de meeste wethouders die ten val kwamen, lid van een lokale partij. Maar verhoudingsgewijs was het aandeel wethouders van lokale partijen dat tussentijds tijdelijk of definitief ten val kwam vergelijkbaar met andere partijen, zoals VVD, PvdA en D66. GroenLinks, een winnaar van de verkiezingen van 2018, scoorde met een hoger aantal nieuwe wethouders verhoudingsgewijs het hoogste aantal valpartijen. 

    Meer informatie

    Wie de hoofdpunten uit de analyse van het tussentijds vertrek van wethouders in de collegeperiode 2018-2022 wil lezen en een overzicht wil zien van alle tussentijds vertrokken wethouders, zowel om politieke als niet-politieke redenen, kan dat lezen in het Wethoudersonderzoek 2018-2022 van De Collegetafel.