Wethouders & collegevorming 2022: hoofdpunten

Het proces van collegevorming 2022 geeft een aantal nieuwe records te zien: het gemiddeld aantal wethouders per gemeente stijgt tot boven de vier, lokale partijen hebben een groter aandeel van alle wethouders dan dat het CDA dat ooit eerder had, het aantal colleges met uitsluitend vrouwelijke wethouders is gestegen, het aandeel wethouders van buiten is gestegen naar een derde, de formatie duurde langer dan ooit en het aantal nieuwe wethouders komt uit op 777 wethouders, goed voor 56,6 procent van alle wethouders.

Dit blijkt uit het onderzoeksrapport Wethouders & Collegevorming 2022, opgesteld door DeCollegetafel. De belangrijkste resultaten zijn deze week gepubliceerd in het weekblad Binnenlands Bestuur.

De hoofdpunten op een rij uit Wethouders & Collegevorming 2022:

  1. Het gemiddeld aantal wethouders per gemeente (344 gemeenten sinds de raadsverkiezingen van 2022) komt voor het eerst uit boven vier: 4,13 wethouders per gemeente.
  2. Lokale partijen hebben hun positie als grootste in de lokale democratie versterkt. Lokale partijen hebben 490 wethouders (432 in 2018), bij een totaal van 1422 is dat een percentage van 34,45 procent. Sinds 2002 is er nooit een dergelijk aandeel wethouders voor een partij geweest. Het CDA had het record in handen in 2002 met 29,39 procent (497 wethouders op 1691 wethouders).
  3. Het aantal vrouwelijke wethouders is gestegen naar 28,27 procent (402 op 1422). In 2018 kwam het aantal vrouwelijke wethouders voor het eerst uit op 25,22 procent. De grens van 30 procent vrouwelijke wethouders is dus nog niet gebroken! 
  4. Het aantal colleges met uitsluitend vrouwelijke wethouders heeft een record van zes colleges gehaald. Tot nog toe was vier colleges met uitsluitend vrouwelijke wethouders (2002, 2006, 2010) de hoogste score. De zes colleges met uitsluitend vrouwelijke wethouders zijn in: Bunnik (3), Culemborg (3), Ouder-Amstel (3), Terschelling (2), Teylingen (4) en Tytsjerksteradiel (3). 
  5. Er zijn 46 gemeenten die zowel in 2022 als vier jaar geleden in 2018 uitsluitend mannelijke wethouders benoemden na het proces van raadsverkiezingen, coalitieonderhandelingen en het benoemen van nieuwe colleges. Hieronder zijn grote gemeenten als Nissewaard en Enschede. 
  6. Het aandeel wethouders dat terugkeert en dus overgaat van het oude college naar het nieuwe college, na de collegevorming van 2022, is 46,29 procent (594 wethouders op 1283). Het aantal wethouders dat niet meer terugkeert in het eigen college is 689 wethouders (53,23 procent).
  7. Het aandeel nieuwe wethouders komt uit op 777 (56,6 procent) wethouders. Deze nieuwe wethouders zijn een gevolg van de keuze door een partij die in het college is gebleven maar wel met een andere wethouder, door het aantreden van een nieuwe collegepartij en door de uitbreiding van colleges met nieuwe posten voor wethouders. Onder deze nieuwe wethouders tientallen jonge wethouders (twintigers en dertigers). 
  8. Het aandeel wethouders van buiten de raad (zowel uit als buiten de gemeente) is gestegen van 30 procent in 2018 naar 36,54 procent in 2022 (501 op 1371 wethouders). Een derde deel (170 op 501 wethouders) komt van buiten de gemeente. 
  9. De duur van de collegevorming heeft in 2022 nieuwe records gebroken. Vlieland had 229 dagen (16 maart 2022 raadsverkiezingen – 31 oktober 2022 afronding collegevorming met benoeming wethouders) nodig en brak daarmee het record uit 2018 van Enkhuizen (188 dagen). Den Haag vestigde voor de gemeenten met meer dan honderdduizend inwoners een nieuwe record en kwam uit op 195 dagen en brak daarmee het record van Enschede uit 2018: 103 dagen. 

Meer informatie

Klik hier voor meer informatie en achtergronden te lezen in het geactualiseerde rapport Wethouders & Collegevorming 2022. De actualisatie is uitgevoerd na extra controle in het kader van het Wethoudersonderzoek 2022 in de maanden november ’22 – januari 2023.

Klik hier voor het artikel in Binnenlands Bestuur 11 november 2022: Colleges dijen weer verder uit – Een collegevorming van records