Dadendrang en terughoudendheid

Een succesvolle burgemeester toont dadendrang maar is even zo goed terughoudend in zijn optreden. Het is een dilemma waarmee de burgemeester wordt geconfronteerd, zo blijkt uit Onder Burgemeesters, het afgelopen herfst gepubliceerde boek over de geschreven en ongeschreven gedragsregels van burgemeesters.

Een burgemeester die zich wegcijfert en een rol op de achtergrond speelt, scoort voor zijn functioneren een plus. Tegelijkertijd geldt ook hier juiste maatvoering. Vooral in het huidige ik-tijdperk is het ook belangrijk dat een burgemeester laat zien wat hij zelf heeft gedaan en heeft gepresteerd. Maar een te grote portie dadendrang en borstklopperij kan de burgemeester ook weer in problemen brengen: een plus op dit deel van het functioneren kan zo maar in een vette min veranderen.

Onder Burgemeesters staat boordevol ongeschreven gedragsregels, geeft een vaak anekdotische beschrijving van een scala aan grote en kleine kwesties die het werkzame leven van de burgemeester in de afgelopen decennia hebben gekleurd.

Een belangrijke les die uit al die voorbeelden getrokken kan worden: een burgemeester moet er zijn. Hij kan zich niet permitteren afwezig te zijn. Een burgemeester zorgt dat hij niet onbereikbaar is en gaat gepast om met nevenfuncties: een te veel aan nevenfuncties waardoor hij te vaak buiten de gemeente is, kan niet alleen schadelijk zijn voor zijn imago maar creëert ook het beeld dat hij toch altijd weg is. Een goed voorbereide burgemeester is zich bewust van het management van het onverwachte.

Soms is het een kwestie van geluk, of van toeval, maar wanneer zich een gebeurtenis voordoet of dreigt voor te doen die de inwoners van de gemeente raakt of treft, mag en kan de burgemeester niet schitteren door afwezigheid. Kan de burgemeester zich hierdoor niet meer buiten de gemeentegrenzen vertonen? Zo ver gaat het niet, maar voor een burgemeester die bijvoorbeeld toch al onder vuur ligt, is het zaak om wanneer de gemeente in rep en roer raakt door een dramatische of vervelende gebeurtenis tijdens zijn verblijf elders of vakantie in het buitenland, het liefst zo snel mogelijk terug te keren. Twijfelen over wel of niet naar huis te komen, zoals burgemeester Aleid Wolfsen van Utrecht deed toen er een asbestaffaire in de zomer van 2012 in zijn gemeente ontstond, is de slechtste keuze.

Uit Onder Burgemeesters vallen enkele belangrijke steekwoorden te halen die naast aanwezigheid bepalend zijn voor het succesvol functioneren van burgemeesters: voorbeeldgedrag, communicatie, raad en zelfreflectie.

Een burgemeester is 24 uur per dag burgemeester. Hij geeft het goede voorbeeld. Met een slok te veel op in het publieke domein ‘betrapt’ worden, betekent wegwezen. Integriteit is, nog meer dan in het verleden, een dominant issue. Het optreden en de gedragingen van de burgemeester dienen boven elke twijfel verheven te zijn. Zaken doen met ambtenaren die commerciële nevenbetrekkingen hebben, is buiten de orde, zoals de voormalige burgemeester van Maastricht, Gerd Leers, moest ondervinden. Distantie houden is belangrijk, ook en vooral in een tijdperk waarin door sociale media burgemeesters juist meer van zichzelf zouden moeten laten zien.

Essentieel voor een succesvolle burgemeester is goede communicatie. Het lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het vaak nog niet: luisteren is daarbij soms belangrijker dan zenden of meteen zeggen hoe iets in elkaar zit. Een verstandige, communicatieve burgemeester laat soms anderen het gelijk formuleren en cijfert zichzelf weg. Daar zit natuurlijk wel een dilemma, want in het huidige ik-tijdperk moet de burgemeester ook laten zien wat hij heeft gepresteerd. Een burgemeester die niets laat zien, krijgt de handen niet op elkaar.

Een belangrijke ongeschreven succesregel verdient de burgemeester in zijn omgang met de gemeenteraad. Burgemeesters zijn niet altijd even gecharmeerd van de kwaliteit van de raad en/of raadsleden. De professionele bestuurder vindt nu eenmaal dat hij anders, serieuzer, professioneler en met meer expertise de publieke zaak dient dan de volksvertegenwoordiger die het er maar vaak eventjes bij doet, en soms geen oog heeft voor de complexiteit waarmee de professionele bestuurder wordt geconfronteerd. Wat daarvan waar moge zijn de burgemeester houdt van de raad. Altijd! Een burgemeester past daarom op dat hij zich te veel vereenzelvigt met het college. De burgemeester doet dat omdat hij weet dat een burgemeester eerder in problemen komt met de raad dan in het college. Het afgelopen jaar maakte dat opnieuw duidelijk: van de zes burgemeesters die moesten aftreden (zie: Zes burgemeesters gedwongen exit), was er slechts een die in problemen kwam met het college: de toenmalig burgemeester Nienhuis in Landsmeer.

Een belangrijk advies uit Onder Burgemeesters aan burgemeesters die succesvol willen zijn, is het tonen van zelfreflectie. Geen overdaad, en ook geen overdreven dadendrang zelfs niet als de raad dat uitdrukkelijk heeft uitgesproken. Een beetje dadendrang is al snel, ook de raad, te veel. Een burgemeester let daarbij scherp op zijn houdbaarheidsdatum.

Onder Burgemeesters laat zien dat het burgemeestersambt niet meer goed vervuld kan worden uitsluitend op basis van wettelijke regels en voorschriften. Ongeschreven gedragsregels geven steeds meer de doorslag om succesvol te zijn als burgemeester.

Voor meer informatie over succes en falen als burgemeester, zie: Korsten, Arno; Bouwmans, Henk; Schoenmaker, Milo & Resoort, Aart, “Onder Burgemeesters. Finesses van het burgemeesterschap”, Boom Lemma, ISBN 978 90 5931 887 8