Lokale partijen met lege handen

De lokale partijen zijn de grote verliezer van de collegevorming in drie nieuwe fusiegemeenten. In Goeree-Overflakkee, Molenwaard en Schagen krijgen lokale partijen geen enkele wethouder in het nieuwe college.

In de colleges van de opgeheven gemeenten waren de lokale partijen met 6 wethouders de grootste wethouderspartij. In de nieuwe gemeenten wordt dat het CDA met 4 wethouders.

Dit blijkt uit onderzoek van De Collegetafel, dat in opdracht van het VNG Magazine is uitgevoerd. In de drie fusiegemeenten worden deze maand dertien wethouders benoemd: 4 CDA’ers, 3 SGP’ers, 2 VVD’ers, 2 PvdA’ers en 2 wethouders van de ChristenUnie. In de drie gemeenten vonden op 21 november 2012 verkiezingen plaats voor een nieuwe gemeenteraad. In de eerste raadsvergadering van de nieuwe gemeenten worden de nieuwe colleges met de nieuwe wethouders benoemd.

CDA en SGP komen dus schadevrij uit de collegeonderhandelingen na de fusieverkiezingen in Goeree-Overflakkee, Molenwaard en Schagen. Voor het CDA is dat een opbeurend resultaat. In het afgelopen decennium was het CDA de partij die door fusieverkiezingen de meeste bestuurders verloor.

De voormalige zelfstandige gemeenten Goereede, Dirksland, Middelharnis, Oostflakkee, Graafstroom, Liesveld, Nieuw-Lekkerland, Harenkarspel, Schagen en Zijpe telden 27 wethouders. Door deze herindeling daalt het aantal lokale bestuurders met 14 wethouders.

Van de 27 wethouders in de opgeheven gemeenten keren er slechts 7 terug als wethouder in een van de drie fusiecolleges: Piet Koningswoud (SGP, Goeree-Overflakkee), Frans Tollenaar (SGP, Goeree-Overflakkee) en Gerrit de Jong (ChristenUnie, Goeree-Overflakkee), Piet Vat (SGP, Molenwaard) en Dirk Heijkoop (CDA, Molenwaard); Jan Bouwer (VVD, Schagen) en Bert Blonk (PvdA, Schagen).